| |
Marokko 2007: Peter Penson
|
Written by Peter
Penson |
Peter Penson heeft eerder al
eens een reisverhaal voor Travelmaniacs geschreven over Marokko.
Eerder dit jaar ging hij wederom met 2 maten op de motor op pad door
Marokko. Dat de reis niet van een leien dakje verliep kun je
hieronder lezen....
Inleiding:
Na de marokkoreis van 2004 stond het vast . Ik zou
teruggaan met aangepast materiaal en er zouden veel pistes gereden
worden .Ik kocht mij een KTM LC4 Adventure. Er was 3 jaar
overgegaan, omdat ik intussen een zware rugoperatie(dubbele hernia)
“achter de rug” had, letterlijk en figuurlijk.
Mijn medereizigers; Eddy Stas, met een Suzuki DR big van 19 jaar oud
met WP voorvering en ohlins achterveer en een stel exel velgen erin
en nog wat afslankmaatregelen en Koenraad Lafère, met een Suzuki Dr
650 RSE met zwaardere veren voor en een Wilbers achtervering ook met
de nodige afslankmaatregelen.
Het plan was met de Toyota jeep van Eddy en de platte aanhanger van
Koen vanuit Vlaanderen tot in Malaga te rijden, zo’n 2200 km en
vandaar over te zetten naar Melilla, Marokko. We maakten op de
aanhanger een ijzeren geraamte om de motorfietsen in vast te zetten.
Ik kreeg de tracklog van de marokkotrip van de travelmaniacs van
2006 en paste die aan naar eigen goeddunken. Dat het helemaal anders
uitdraaide lees je verder in dit verhaal.
Een tweetal weken voor vertrek maakt de katoem een metaalachtig
lawaai. Na zelf het lager van de balansas en de lager achteraan de
koppeling te vernieuwen was dit niet veranderd. Wegens tijdsgebrek
deed de dealer de motor zelf open en stelde vast dat de motor
ernstige schade vertoonde aan zuiger/zuigerveren en krukas. Na
lichte paniek werd alles vervangen. De wisselstukken lieten nog meer
dan een week op zich wachten wegens een nieuw verdeelcentrum in
Oostenrijk die wat vierkant draaide. Na het monteren van de
onderdelen vertrokken we onmiddellijk richting Malaga, ongeveer een
12 u later dan gepland. Koen was eigenlijk ook wel tevreden, daar er
op het allerlaatste moment nog van alles diende te gebeuren aan zijn
Soes en hij in tijdnood kwam.
13 april-15 april; vertrek Hooglede- aankomst Malaga
Vrijdagavond om 22 u vertrokken, en dit voor een rit van ongeveer 30
u, zijn we dan zondagmorgen rond 05 u aangekomen in Malaga. We reden
om beurten en namen korte pauzes om te eten en te tanken, om maar
niet te veel tijd te verliezen. Aangekomen in Malaga wachtte de
eerste teleurstelling; de boot naar Melilla vertrok maar om 23 u ‘s
avonds. We zagen het niet zitten om de hele dag te niksen en lieten
de jeep met lege aanhanger achter op camping Torremolinos in de
gelijknamige stad. De uitbater probeerde ons een volledige
standplaats met toeslag van jeep en aanhanger aan te smeren en na
wat heen en weer gepraat stond hij een korting toe van 20%, en
mochten onze transportmiddelen ergens in een hoekje staan.
We vertrokken dan maar met de motorfietsen richting Algeciras om
daar de overzet te nemen, daar we niet zeker waren dat er een boot
zou zijn in Almeria. In Algeciras vertrekt er ieder half uur eentje,
dus dat zou geen probleem zijn. De overzet was geen probleem en onze
tickets voor 125cc motoren waren goedkoop. Geen mens die zich
daaraan stoorde.
De grensformaliteiten in Ceuta waren vlug achter de rug en we
moesten dan nog een 400-tal km doen door het rifgebergte, alwaar ze
ons constant probeerden lastig te vallen om ons drugs te verkopen.
Onderweg kwamen we nog een gestrande Engelsman tegen met duozit, met
een oude GS met een gebroken gaskabel, hij zei dat hij wel zijn plan
zou trekken en het nodige bij had. Koen was in zijn nopjes want het
was geen 500 m rechtdoor. We werden bijna high door de talloze
bochten.
We reden Via Tetouan, Chefchouan naar Al Hoceima. Onderweg moesten
we stoppen voor een politiecontrole; naam vader, naam moeder,
beroep, datum aankomst, terugreis, naar waar.....
Een heel verhoor bijna, alsof we iets te verbergen hadden. Wel
uiterst vriendelijk. Het was voor onze veiligheid zeiden ze. Dit
hebben we wel enkele keren meegemaakt. Die eerste avond in Ajdjr
moesten we dan plaats vinden om te overnachten en we voelden er niet
veel voor om ons tentje zomaar ergens neer te poten. Er liepen
teveel ongure types rond. We sloegen een aardeweggetje in en zagen
op het eind een wat vervallen huisje staan. We vroegen of we naast
het huisje ons tentje mochten neerpoten, maar ze hadden liever dat
we bij hen binnen sliepen in een kamer die moest dienen om 5 x daags
Allah aan te roepen. Allah had geen bezwaar en we sliepen vorstelijk
in en op de dikke kussens. Eddy telde de slagen van de klok boven
zijn hoofd, en na 20 slagen ronkte hij alle bomen omver in de buurt.
16 april: plateau van Rekkam
Na de thee met zelfgebakken brood vertrokken we richting Melilla.
Het scheelde echter geen haar of we waren alledrie onthoofd. Een
omgevallen boom op de weg met daaraan nog een fijne elektrische
kabel die niet zichtbaar was vanaf de motor, zorgde voor enige
commotie. De plaatselijke politie die we verwittigden haalde zijn
schouders op. Dat ze ons daar voor lastigvallen! De rit ging via de
nieuw aangelegde kustbaan van Ajdjr naar Melilla en dan via Taourirt
naar Debdou en daar begonnen de pistes over het Plateau van Rekkam.
In Debdou konden we nog wat eten en we werden uitgenodigd door de
plaatselijke rechter om zijn rechtszaal te bezichtigen. We bedankten
feestelijk. Als we daar kunnen wegblijven gedurende ons gehele leven
zou dit al een feest zijn op zich. Prachtige snelle pistes met
regelmatig snelheden boven de 100 km/u ( ex Dakar-piste). De pret
kon niet op. Noodgedwongen moesten we de nacht doorbrengen op de
vlakte. Op dit plateau van Rekkam woont bijna niemand en is er geen
gsm-bereik. We “vergaten” zelfs te eten.
17 april: naar B-Tajjite
’s Morgens vervolgden we onze weg. Na een tijdje begon de noodzaak
van een tankbeurt de kop op te steken voor Koen. De Soes Dr650rse
kan ongeveer een 300 km rijden zonder dit vocht. We konden tanken
aan een eenzaam huis met een bromfietsje voor de deur. Dit
bromfietsje moet toch ook soms bijtanken dachten we zo!
En waarachtig, de eigenaar kon ons enkele flessen gesmokkelde
Algerijnse benzine verkopen, wel van heel slechte kwaliteit. Niets
hadden we al, iets konden we krijgen. Onderweg stelden we vast dat
Koen zijn bagagerek helemaal gebroken was . We maakten alles extra
vast met riemen om het toch wat stevigheid te geven. Terug kwam het
probleem van tekort aan benzine opsteken. Nat wat van ons afgetapt
te hebben kon hij zijn weg vervolgen. De noodzaak naar een echte
tankbeurt stak de kop op. We weken wat af van onze piste en kwamen
in Anoual terecht. Daar konden we tanken aan een gewoon huis met een
“gieter”. We stopten voor een theetje en zagen hoe een vrachtwagen
stopte en volgeladen werd met geiten, mensen, fietsen, bromfietsen
en meer van dat soort dingen meer. Alles samen in één laadbak. We
waren weeral de plaatselijke attractie. Een kerel op een bromfiets
hield ons gezelschap en kon zelf een woordje Nederlands. Bleek dat
hij hier op bezoek was bij zijn familie en in België woonde. We
reden door en kwamen aan in het dorpje B-Tajjite.
We gingen naar het eerste beste hotelletje/restaurantje/bar en
vroegen of we konden eten en slapen. Het was al een dag en een half
geleden dat we nog iets gegeten hadden (buiten wat muesli).Dit kon
natuurlijk allemaal en algauw werd een hele verdieping gepoetst en
werden van ergens 3 bedden gehaald en klaargemaakt voor ons. Een
douche was er niet, maar er was wel een wastafeltje. Die was echter
al enkele jaren niet meer gebruikt geweest en het vuiligheid van zo
lang koekte nog vast. Wassen ging er hier niet bij zijn.
De eigenaar vroeg wat we wilden eten en we voelden wel voor een
reuze grote kip, of liever 2 kippen met van alles er bij. Ongelovig
vroeg hij of het wel 2 kippen moesten zijn. En jawel het moesten er
2 zijn. Het ging wel nog een 2-tal uren duren. Maar of we nu
anderhalve dag zonder eten of 2 dagen zonder eten zouden doorbrengen
dat maakte niet veel meer uit. We maakten nog een wandelingetje in
het dorpje en op de markt koos de eigenaar 2 grote, toen nog levende
kippen uit en liet ze ter plaatse onthoofden. Verser kon niet. We
vraten onder toeziend oog van de plaatselijke bevolking alles op en
de verontwaardiging steeg met de minuut. Plots werd ik aangemaand om
eens mee te gaan naar de politie. Terug een heel verhoor met altijd
dezelfde terugkerende vragen. Wel een heel A4’tje vol. Het was terug
voor onze veiligheid. Bleek dat Franse Marrokanen via Tanger het
land binnenkomen om bomaanslagen te plegen. We konden dus ook
Fransen zijn met dezelfde bedoelingen. We gingen nog naar de
plaatselijke smid en die vervaardigde in ongeveer 5 uur een
bagagerek voor de Suz Dr650 voor ongeveer 50 €.
Er werkten ongeveer een 3-tal man aan. We sliepen in onze slaapzak
op het bed om te vermijden dat we wat jeuk zouden te verwerken
krijgen de volgende dagen. Je weet maar nooit.
18 april: B-Tajjite naar Merzouga
Na het ontbijt vertrokken we via Boudnib over de piste naar
Borj-yerdi om dan via de weg via Erfoud naar Merzouga te rijden. Dit
is een zeer mooie piste en de eerste dromedarissen kwamen te
voorschijn. Toch altijd indrukwekkend. De eerste duinen kwamen in
zicht. Ik wilde op dezelfde camping als in 2004 (camping chez
Francoise) verblijven maar de achtergebleven Francaise vertelde ons
dat enkele maanden geleden door de overvloedige regens en een
dambreuk alles ondergelopen was, er bleef van haar idyllische plekje
bijna niets over. Doordat ze “buitenlander” was had ze van de
Marokkaanse overheid nog geen dirham gezien. Dit in tegenstelling
met haar Marokkaanse concurrenten. We gingen dan maar noodgedwongen
naar de buurman en daar wachtte ons bier en een douche en een
zwembad. Op dat moment een ongelooflijke luxe. Na het lossen van de
bagage gingen we nog met de motor eens de hoge duinen aanschouwen .
De motor wilde onder geen beding meer starten. Avonds aten en
dronken we vorstelijk en amuseerden ons met de Touaregs en leerden
hen enkele woordjes Nederlands. (Als je ooit in Merzouga “dikke
tetten” hoort roepen weet je van wie het komt.)
19 en 20 april: piste van Merzouga naar Tagounite(Zagora)
We vertrokken voor een Marathonpiste via de Algerijnse grens. Dit is
een route die de vorige Dakar gebruikt heeft. En dit hebben we
geweten. Net voorbij Taouz was er een strook van ongeveer 12 km die
volledig kapot gereden was door de vorige Dakarkaravaan. Naar
verluid kwamen daar ongeveer een 600-tal voertuigen (motoren, jeeps,
vrachtwagens) voorbij die de piste en die maakten het landschap tot
een zwembad van fès-fès zand. Dit is heel fijn zand waar je bijna
geen grip hebt. We kruisten een Toyota jeep die begeleider was van 2
Renaults R4. Jawel.
De eigenaars ervan hadden er een motor van de bijna 1400cc zware
R5’s in gemonteerd met versnellingen op de vloer. Grotere wielen met
terreinbanden. Hogere veringen en een grote carterplaat. Een paar
dagen terug hadden we er al nog ontmoet op de overzet naar Marokko
met het hetzelfde doel: pistes rijden.
De begeleider van de R4’s waarschuwde ons voor wat nog komen zou.
Veel fesh-fesh zand. We dachten dat dat voor ons geen probleem zou
zijn en vervolgden onze weg. Wat verder kwamen we een Zwitser tegen
met een te zware Dodge pick–up met daarop een caravan gemonteerd.
Deze zat onherroepelijk vast en de lokalen zouden ter hulp moeten
komen met hun know-how om deze mastodont er uit te trekken.
We vervolgen onze weg en in de commotie van het duw – trek en
ploegwerk vergat ik mijn rugzak met papieren en camel bak terug aan
te doen. Na enkele km’s van hard labeur van mens en machine besloten
we de nacht door te brengen wat verderop. Plots ontdekte ik dat ik
mijn rugzak vergeten was. Eddy stelde voor die te gaan halen bij de
gestrande Zwitsers en kon de rugzak nog maar net redden uit de
handen van de lokalen. Dit zou een ramp gewees zijn, want zonder
papieren geraak je niet uit Marokko. We legden een vuurtje aan zodat
Eddy een richting had om ons terug te vinden. Dit lukte goed en de
beloofde biertjes stonden al in gedachten klaar. Het is ongelooflijk
hoe de lokalen zich uit de slag weten te trekken in dit dorre
landschap. Ze rijden er gewoon met een “mobylette” door het zand.
Wij hebben pk’s en noppenbanden nodig, zij rijden er gewoon met de
bromfiets door. Ongelooflijk…..
‘s Anderendaags vervolgen we onze piste en kwamen ineens een
grenspost tegen. We moesten onze naam laten noteren in een logboek
en mochten terug Marokko binnen. We zaten gewoon in Algerije. De
douanebeambte kon ons vertellen welke zandhoop of berg Marokko was
en welke Algerije. Het moet overigens gezegd dat dit een prachtige
piste is. Je waant je echt soms op de maan. Zo ruw, zo stil en
desolaat.
Onderweg merkte Eddy op dat zijn reservoir van zijn achtervering
losgekomen was van zijn frame. Tot zijn ontsteltenis zag hij dat al
zijn tools en reserveonderdelen verdwenen waren uit het kontje van
zijn motorfiets. Er was een en ander losgekomen en zijn dure
materiaal was verdwenen. We reden wat terug maar konden het niet
meer vinden. We kwamen aan in Tagounite en reden door naar Mhamid.
Eddy kende daar een camping; Quad-Evasion, alwaar hij enkele jaren
geleden gestrand was met een medereiziger met een Triump Tiger. Die
had in het zand zijn koppeling verbrand en de mecanicien Ballalou
was voor hem naar Casablanca gereden voor een nieuwe. Hij vond daar
ergens in een of ander rek een gelijkaardige koppeling voor de
Triumph. Van dit merk hadden ze nog nooit gehoord. Toch vonden ze
een koppeling van een Kawasaki die exact dezelfde was als in de
Triumph. Ongelooflijk toch! We werden uitermate goed ontvangen en we
konden zelf wat sleutelen in de garage van de camping. We sliepen in
lemen huisjes die de camping verhuurde. De Tagines (stoofschotels)
smaakten uitermate lekker en we werden verwend. Dit is the place to
be.
21 april: Mhamid-Lac Iriki
De volgende dag vertrokken we van Mhamid naar Lac Iriki, en dit
zonder bagage. Wat een verschil zeg.... De motorfiets gedraagt zich
helemaal anders zonder bagage. Het moet tof zijn om de gehele reis
zonder bagage te kunnen doen en met een assistentie-wagen. We hadden
het erg naar onze zin op de hoge duinen. Na een gewenningsperiode
lukte het na een tijdje goed om deze duinen te bedwingen. Ik
geraakte vast met katoem en de noodzaak om een nieuwe achterband te
monteren drong zich op. Ook viel hij terug stil en kon alleen maar
aan de praat gekregen worden door in gang getrokken te worden door
de big van Eddy. We beslisten om Lac Iriki links te laten liggen en
zochten de stenen piste op die van Mhamid naar Foum-Zguid loopt en
terug te keren naar de camping in Mhamid. Onderweg kwamen we aan een
tentenkamp en konden daar iets drinken. We vroegen de weg terug en
de arme man kon met mij mee achterop de katoem om de weg te wijzen.
Naar mate de snelheid omhoog ging hield hij me steviger en steviger
vast. Tot hij besloot dat het genoeg geweest was. Hij ging wel te
voet terug lopen. In het kruisen van de zandduinen reden Eddy en
Koen nogal dicht bijeen tot Eddy over een zandhoop sprong en bij het
neerkomen bleef steken met zijn voorwiel. Koen reed achter hem en
vloog volop in zijn kont. De twee motorfietsen moesten uit elkaar
getrokken worden. De schade viel nogal mee. Toch ongelooflijk,
zoveel ruimte in de woestijn en toch nog op elkaar rijden.
Terug op de camping kon ik nog een Michelin Desert kopen, die
achtergelaten was van de vorige Dakar-rally voor 80 €. De band was
nog voor 50´% goed. Maar wat een grip gaf deze. Het is niet voor
niets dé Dakar-band bij uitstek genoemd. In de toekomst alleen maar
Michelin Desert op mijn motor. We werden terug vorstelijk verwend
met al het goede eten en drinken dat Marokko te bieden heeft.
22 april : 2 de poging Mhamid-Lac Iriki ; het noodlot
We probeerden terug de piste van Mhamid naar Lac Iriki. Na een
12-tal km sloeg het noodlot echter toe. Een boompje van 25 cm
besliste anders over deze reis. Koen remde met zijn achterrem en
zijn voet kwam klem te zitten tussen zijn voetsteun en een
boompje/struikje van ongeveer 25 cm hoog . Koen kwam ten val en kon
het bijna niet uithouden van de pijn. Hij wist onmiddellijk dat dit
niet pluis was en zijn reis over was. Later bleek dat zijn voet op 2
plaatsen gebroken was en er een schilfer klaar zat om nog meer
onheil aan te richten. Ik probeerde mijn collega te kalmeren en gaf
hem wat dafalgans (pijnstillers) om de pijn te verzachten.
Eddy reed terug met zijn motor om ergens een pick-up te huren om
onze vriend en motor te repatriëren .Na enkele uren was Eddy daar
met enkele lokalen met een pick-up. We gingen eerst met hem naar de
camping alwaar de Franse moeder van Murad, de campingeigenaar
aangekomen was voor een bezoek aan haar zoon. Die stelde voor om ons
te vergezellen naar het ziekenhuis in Zagora, zowat 120 km verderop.
Gelukkig maar, want wat deze vrouw voor ons allemaal heeft gedaan is
gewoon onbeschrijflijk. Ze trok zich ons lot persoonlijk aan al
waren we haar zoons.Vrienden van mijn zoon zijn mijn vrienden zij
ze. Met een vastberadenheid die je in Marokko van Marokkaanse
vrouwen niet verwacht. Want vrouwen in Marokko en Afrika in het
algemeen zijn eigenlijk bijna niets waard. Echter, daar ze de Franse
nationaliteit had kon ze zich wat meer permitteren dan de gemiddelde
Marokkaanse vrouw.
Na het pijnlijke afdoen van zijn laars klonk het verdict. Koen zou
zo vlug mogelijk naar België terug moeten met het vliegtuig. Het
voorlopige gips zag er niet zo stevig uit en we vertrouwden het
zaakje niet . We brachten de nacht door in hotel Zagour in Zagora en
bespraken daar onze opties om dit zo vlug mogelijk op te lossen.
23 april : terug naar Mhamid
’s Anderendaags na een stevig ontbijt vertrokken we met onze gewonde
Koen terug naar de camping waar de talloze telefoontjes met Europ –
Assistance konden beginnen . Koen terug naar België vliegen was geen
enkel probleem maar van zijn moto wilden ze zich niets aantrekken.
Maar je kan Marokko niet buiten zonder je moto. Je paspoort is bij
binnenkomen in Marokko gelinkt aan je voertuig. We vroegen een PV
aan de politie in Mhamid . Eerst wilden ze voor ons niets doen maar
dan later wilden ze ons toch nog helpen. We kregen zelfs thee en
versgebakken koekjes. De papieren zouden opgemaakt worden en ze
kwamen zelfs op de camping kijken naar onze vriend om de nodige
vaststellingen te doen.
Plan 1 was dat iemand van ons de moto (ongeveer 1000 km) naar het
noorden zou rijden en terug komen met het openbaar vervoer om zijn
eigen motor op te halen (3 moto’s met maar 2 chauffeurs). We konden
de moto laten staan, niet ver van Nador alwaar de campingeigenaar;
Murad daar een huis had. Koen kon dan met het vliegtuig naar België
en de moto door de douane. Plan 2 was dat de Murad met de motor van
Koen mee naar het noorden zou rijden en zelf terug zou komen met het
openbaar vervoer. Dit plan namen we aan we zouden de volgende dag
vertrekken .
Maar we zouden vertrekken in Zagora alwaar de campinguitbater een
kantoortje had voor het verhuren van quads en woestijnritten met 4 x
4 ‘s. en we moesten eerst nog Koen zijn motor naar daar brengen.
Eddy en mezelf reden naar Zagora (120km)en lieten zijn motor achter
in een bijkantoortje van Quad-Evasion alwaar de hoogzwangere vrouw
van Murad ons vriendelijk ontving. Dan reed Eddy mee met mij en de
katoem terug naar Mhamid (120km). Normaal kon ik een 500-tal km doen
met een tank. Maar door een slecht draaiende KTM was dit maar een
stuk in de 300. We vielen zonder benzine net voor het vallen van de
avond. Ik hield een Peugeot 504 familiale tegen en kon tegen
betaling mee, 12km heen en 12 terug met een 5-tal liter benzine om
me te depanneren. Ik was blij als ik m’n motor en Eddy zag staan op
de terugweg want het gammele Peugeotje had niet veel levensjaren
meer te goed. Ik gaf de man 100 Dirham (10€) e man kon met zijn
geluk geen blijf.
Daar aangekomen aten we vlug wat, namen afscheid van Murad zijn
moeder en reden met onze motoren nogmaals naar Zagora om den ’s
ochtends mee met Murad naar het noorden te rijden. Tegen de tijd dat
we op het terras van hotel Zagour zaten kwam Koen aan met een taxi.
We konden nog een laatste avond samen doorbrengen. Een hotelbediende
zorgde voor 12 blikjes binnengesmokkeld bier van de zwarte markt. Ze
smaakten in ieder geval. Kwestie van ons suikergehalte wat op peil
te houden natuurlijk.
24,25 en 26 april.
De volgende paar dagen ging op in inlichtingen inwinnen bij de
autoriteiten en het proberen een oplossing te vinden voor onze
problemen. Plan 1 en plan 2 leken niet zo waarschijnlijk. Het plan
van een vlugge 1000 km naar het noorden met de moto van Koen werd ‘s
morgens tenietgedaan omdat Murad te veel werk had met zijn verhuring
van quads en bivaks. Hij stelde het volgende plan voor; plan 3: nl.
dat een fransman zaterdag 26 april mee met ons naar het noorden zou
rijden met de moto van Koen. We moesten wel al zijn onkosten
vergoeden. En bij afscheid in Malaga(moto’s op de aanhanger) zouden
we hem op het vliegtuig moeten zetten richting woonplaats van de
fransman, op onze kosten wel te verstaan. Daar er op dat moment geen
beter alternatief was namen we dit nieuwe plan aan. Wij konden dan
nog 2 dagen pistes rijden .En koen zou do of vrijdag met het
vliegtuig richting België gerepatrieerd worden. Met een brok in de
keel namen we afscheid van Koen en vertrokken we dan voor nog wat
pistewerk. We namen eerst de KTM onderhanden en stelden vast dat de
naald in de carburator volledig uitgesleten was door wrijving met
zand. Daar konden we op dit moment niets op vinden natuurlijk. Ook
de compressie op de kickstarter was veeeel verminderd. Een slecht
teken, dat wil zeggen schade aan zuiger en/of zuigerveren. We namen
in Tamegroute net onder Zagora de piste naar Alnif. Het eerste stuk
moordend voor mens en machine (grote stenenpiste) en dan later een
hele snelle en mooie piste. Aangekomen in Alnif konden we daar
genieten van een heerlijke maaltijd en dronken we na het eten met de
uitbater en zijn broer en nog 2 vrienden 1 fles rode wijn, 1 fles
whisky, 1 fles gin en nog een fles rode wijn leeg. We hadden er het
daar erg naar onze zin en nadat er een paar van de lokalen aan de
wiet begonnen, lachten we ons te pletter. Café Palmiers Bivouac in
Alnif Centre is zeker aan te raden zeker omdat er verschillende
pistes dit stadje kruisen. Het is zeer centraal gelegen. De uitbater
beloofde ons als we bij een volgend bezoek op voorhand waarschuwen,
hij zou zorgen voor een grote tent in de bergen met heel veel eten
en drinken en vooral 10 “gazelles”.Allemaal gratis. Er was wel nog 1
probleem, de politie had een tip gekregen van de concurrentie in het
stadje dat we daar aangeland waren en we daar misschien gingen
slapen. De politie waarschuwde de uitbater dat hij geen “hotel”
vergunning had en die vlieger niet op ging. We konden dan wel in ons
tentje op het terras slapen, gratis natuurlijk. De moto’s mochten
wel binnen in het restaurant slapen, een typische Marokkaanse
oplossing.
27 april : piste van Alnif via Tinerhir naar Agoudal en
terug via Gorges du Dades naar Boumaine Dades
We vertrokken terug en we spraken af om ons richtinggevoel wat te
testen. Eddy en mezelf spraken af om elkaar terug te zien aan het
volgend waypoint, ongeveer 40 km verder. Gewoon prachtig om elkaar
tegemoet te komen van verschillende kanten en naar exact hetzelfde
punt te rijden. We hadden het erg naar onze zin. Naast deze piste
waren ze bezig met de voorbereidingen gesponsord door de Europese
Gemeenschap voor het aanleggen van een weg. De ondergrond was al
geëffend en op deze stukken kwamen we veel jeeps tegen die hier hoge
snelheden konden maken. Binnen afzienbare tijd zal dus ook deze
piste verdwijnen in naam van het toerisme. Spijtig....De
buitenlandse valuta is broodnodig voor de ontwikkeling van het land.
We reden door de prachtige Gorges du Todra (alwaar de films van de
mummie gemaakt werden) en de piste erna is werkelijk prachtig. In
Agoudal aangekomen keerden we terug via Gorges du Dades naar
Boumaine Dadès. Een marathonrit .De piste van Agoudal naar de Gorges
du Dades is zeer technisch en traag maar is soms meer dan 3300 m
hoog. Het was er ijskoud en het hagelde voortdurend op deze grote
hoogte. We waren verkleumd. De stenen waren spekglad en aan onze
linkerzijde gaapte een zeer diepe kloof . We waren blij aan te komen
in hotel restaurant Al Manader in Boumaine Dadès alwaar ik in 2004
ook al eens verbleven had. De warme douche en een stevig maal
verwelkomden ons. Normaal hadden we nog een dag om terug naar Zagora
te rijden om met de fransman en met de moto van koen naar het
noorden te rijden, maar een telefoontje met Koen veranderde onze
plannen. Koen was het wachten beu en de talrijke beloftes van
functionarissen en de talloze papieren en stempels hadden zijn tol
geëist. Koen wilde kost wat kost de volgende dag met het vliegtuig
naar huis. Dit was ondertussen bijna een week na het ongeval. Europ
Assistance had hem voorgesteld dat iemand van een depannagebedrijf
zijn motor voor 1600€ kon wegbrengen naar Spanje en dat hij dan
mocht vertrekken met het vliegtuig. Koen stemde toe. Ons voorstel om
onmiddellijk de jeep in Spanje te gaan halen kon niet meer baten,
Koen had er genoeg van. Zo veranderden onze plannen voor de volgende
dagen . Die avond hadden we nog een leuke babbel met een
Nieuw-Zeelands koppel die een bezoek aan Engeland ( waar hun zoon
woonde ) combineerde met een vlug bezoek aan Marokko. Er was ook nog
een Franse groep die kwam om de bijzonderheden in Marokko te
tekenen. Als ze nog begonnen te dansen en ons daarbij uitnodigden om
mee te doen maakten we ons al vlug uit de voeten en gingen we
slapen.
28 april: Boumaine Dades – Agoudal
We namen dezelfde piste terug als we gekomen waren via Gorges du
Dadès . Op de piste was ik nog ergens mijn gps kwijtgespeeld
(streetpilot 3) .Eddy keerde terug en vond na 20 min de gps op de
grond tussen de keien . Inshallah (omdat god het wil) We kwamen aan
in Agoudal en stopten aan een hotelletje zonder elektriciteit noch
stromend water. De elektriciteit moest komen van een stroomgroep die
batterijen oplaadde en het water gewoon putwater. Binnenkort zouden
ze beschikking krijgen over elektriciteit met een instapkost van 250
€ per gezin. De afname van elektriciteit zou dan gebeuren d.m.v. een
simkaart (zoals van een gsm) die ze dan konden opladen in een
grotere stad. Simkaart op, elektriciteit op, zo zou het werken. De
eigenaar toonde ons enkel kamertjes maar we sliepen liever in de
“eetgelegenheid” rond de houtkachel. Het duurde nog een tijdje eer
we ontdooid waren. Agoudal is bij speologen heel bekend en je kunt
er ook de grotten bezoeken De stalactieten en de stalagmieten zijn
er prachtig. Dit was aan ons niet besteed. We wilden enkel warmte en
wat eten en een goede nachtrust.
29 april: Agoudal –Fès
Voor dag en dauw vertrokken we al door de modder en ondergelopen
pistes richting noorden. Vandaag moesten we km’s maken, maar dit was
erg moeilijk omdat de KTM veel vermogen verloren was en constant
olie uitbraakte via de carterventilatie. Daar de luchtfilter
daardoor verstopt raakte deed ik het slangetje los en liet de olie
op mijn ketting lopen. Zo heeft iemand er toch nog wat aan. Eddy kon
niet meer achter mij rijden want er vormde zich een oliefilm op zijn
vizier. Ik denk dat ik ongeveer een 8-tal liter bijvulde onderweg.
We hadden maar enkele dagen meer om tot in Spanje te geraken, de
moto van Koen vinden in Algeciras en die transporteren naar de
camping waar de jeep stond . Ik moest op 2 mei het vliegtuig nemen
naar België. Er mocht niet veel meer fout gaan. Het had hier de
vorige dagen flink geregend en geonweerd. We reden via El-Ksiba naar
Khénifra (dit betekende het einde van de pistes voor ons) en dan via
Azrou naar Fès. Onderweg kwamen we een karavaan tegen met genummerde
jeeps, het hoogste nummer was 98.Dus het waren er een hele hoop. Ook
kwamen we meermaals een stuk of 7 motards tegen met BMW R1200gsa’s
die zwaar beladen de terugweg inzetten. Ons achterste was zoals een
rauwe biefstuk.
Die dag reden we een grote 500 km. Onderweg hadden we nog een
akkefietje met een plaatselijke restauranthouder. We vroegen of we
konden betalen in euro’s, daar onze dirham’s op waren. Dit was geen
probleem. Na de maaltijd vroeg hij 65 Dirham( 6.5 Euro) . We
betaalden met 10 €. erst wilde hij die toch niet en dan zei hij dat
het goed was maar hij niets wilde teruggeven. We hadden nog 35
Dirham tegoed van hem. Ik trok mijn stoute schoenen aan en trok hem
en de 10 € mee naar het kruispunt wat verder op waar een
politieagent stond. Die beveelde hem, mij onmiddellijk 35dirham
terug te geven of,….. eerlijk als het recht aan je kant staat.
’s Avonds kwamen we aan in Fès en nu was het zaak zo vlug mogelijk
de camping te vinden waar ik in 2004 ook overnacht had. Dit was
bijna een onmogelijke zaak daar we van een andere kant kwamen dan
toen. De politie stuurde ons alle kanten op en het was razenddruk in
Fès, daar er allerhande festiviteiten waren en iedereen op zijn
paasbest op weg was naar ergens.
Na meer dan een uur allerhande richtingen geprobeerd te hebben
herkende ik een benzinestation en wist dan de weg naar de camping.
Daar viel niets te beleven en iedereen was moe op terugweg of was
hoopvol naar avontuur op doorreis. Het wemelde van de jeeps die
grote dingen gingen doen.
30 april: Fès –Algeciras
We vertrokken zonder ontbijt voor een laatste Marokko-dag. Het
laatste stuk Marokko was er een van drukdoende mensen en druk
verkeer. De douaneformaliteiten waren er in een mum van tijd door en
algauw zaten we op de boot. Het blikje bier en de boccadillios
smaakten heerlijk. De boot was al grondgebied Spanje. Ze wilden er
al niets meer weten van onze Dirhams (35 Dirham
overschot).Aangekomen in Algeciras reden we nog richting Malaga.
Maar net voor het donker werd vonden we nog een motelletje. Eten
konden we nergens meer. De kit-kat reep uit de automaat smaakte
overheerlijk.
1 mei: Algeciras-Malaga-Algeciras-Malaga
Zonder ontbijt waren we weeral onderweg en halverwege naar Malaga
vonden we toch iets waar we onze maag mee konden vullen. We waren
zeer blij op de camping aan te komen. Ons avontuur was teneinde. De
KTM haalde het maar net. Het is dankzij Eddy en zijn big dat de KTM
en mezelf terugraakte in Europa. Ik heb thuis ook nog een big staan,
ik moet me eventjes beraden over zijn toekomst en die van de KTM. We
dronken 2 biertjes op het terras voor de camping en tegen de tijd
dat we de moto’s wilden binnenrijden op de camping sloot de uitbater
de poort zodat we niet meer binnen konden. SIËSTA.
Naast de poort was nog een klein ingangetje en ik wilde daardoor met
mijn KTM aan de hand .De uitbater en helper stormden naar buiten en
maakten me uit in het Spaans voor al het vuil van de wereld. Hij
trok wit van woede. Als de woede wat bekoeld was zei hij dat we
eerst “gewacht “ hadden tot hij gesloten was om er dan of de een of
de andere manier vanonder te “muizen” zonder te betalen. Dit was
nooit onze bedoeling geweest. Na 4000 km en bijna 3000 km pistes
waren we heel gelukkig heelhuids aan de camping aan te komen en de
biertjes waren om ons suikergehalte op peil te houden. Later zagen
we nog dat het privé – terras van de uitbater vol stond met lege
biertjes en ze waarschijnlijk wat boven hun theewater waren. Dit was
de werkelijke reden van de Spaanse furie.
We laadden de 2 moto’s op de aanhanger, betaalden de standplaats
(ongeveer 270€) en reden terug naar Algeciras(120 km) om de moto van
Koen op te halen. We vonden het adres heel vlug en bij aankomst
moesten we nog eens 68 € betalen om Koen zijnen brommer mee te
krijgen.
Onze uitleg dat Koen al 1600€ betaald had in Marokko kon niet baten.
Geen geld, geen moto. We reden terug naar Malaga en niet ver van de
luchthaven vonden we maar 1 hotel met bewaakte parking en het was
dan nog een 4-sterren hotel.
Dit mocht wel eens, na alle ontberingen van de voorbij weken.
2 mei:
Na een stevig ontbijt waarvoor we nog een stevige 16 € moesten
neertellen per persoon konden we weer een tijdje tegen. Eddy bracht
me naar de luchthaven van Malaga waar ik rond de middag mijn vlucht
naar huis had. Eddy ging zijn vriendin in Madrid ophalen om nog een
vervolg te breien aan zijn avontuur. Zo gingen we terug elk onze weg
en terug thuis probeerden we om ons terug aan te passen aan het
drukke bestaan in het westen. In het vliegtuig gingen mijn gedachten
naar de volgende reis.
Zouden er mooie pistes zijn in Mauritanië of……… Oh ja, het bovenste
segment van de zuiger was eraf gekomen en niet meer terug te vinden
in het blok. Met gevolg dat de krukas ook waardeloos geworden was .
Geen wonder dat de compressie en het vermogen sterk verminderd
waren. KTM betrouwbaar? Laat me niet lachen
!!!
Inshallah!
Tekst & foto's Peter Penson |
|